In 2007 werkte de multimediale interreligieuze website RELIFLEX samen met een interdisciplinaire groep van 13 onderzoekers aan de verdieping van de vraag: wat betekent religieuze flexibiliteit en hoe maken we het begrip effectief voor het dagelijkse samen leven?
Ook werden gastauteurs uitgenodigd om de visie op religieuze flexibiliteit nog te verbreden. Ik was een van hen.
De buiging van het vraagteken
Verslag van een onderzoek in vier delen
1. Slechte reputatie
Er is een oud verhaal over een huisbaas en een bediende. Ik vertel het zoals ik het gehoord heb.
Een rijke Romein zocht een nieuwe hulp voor in huis. Het was moeilijk goede bedienden in Rome te vinden. Uiteindelijk kwam er een man bij hem die in alle opzichten ideaal was, behalve wat zijn geloof betrof: de man was christen. Er deden allerlei verhalen de ronde in het imperium over de christelijke sekte, en verstandige Romeinen lieten christenen niet in hun huis. Onze Romein was ook verstandig. Maar hij was erg moe van het zoeken naar een bediende en hij zei tegen de christen:"Ik neem jou aan als mijn bediende, maar onder één voorwaarde: je praat nooit met mij over je geloof.”
De christen beloofde dat en werd aangenomen.
Het imperium raakte in moreel verval. Er was overal corruptie, cynisme, hebzuchtigheid en onze goede Romein leed daar erg onder. Gelukkig had hij thuis een ander klimaat: zijn bediende hield het huis perfect schoon, alles was uitstekend verzorgd. En ondanks het vele werk was de man altijd vrolijk, vriendelijk en tevreden met zijn leven. De baas zag zijn bediende nooit boos of wanhopig, zoals hij zelf vaak was. Hij ervoer zijn bediende als een diep gelukkig mens. Op een dag vroeg hij hem:
"Vertel me eens over je geloof. Waar geloof jij in?"
Dit verhaal gaat feitelijk over daden die meer zeggen dan woorden. Maar ik zie het ook als een illustratie van de vier facetten van religieuze flexibiliteit. Zij komen een voor een in het verhaal te voorschijn.
Ten eerste was de christen flexibel: hij kwam bij een Romein werken terwijl er christenen waren die liever van honger zouden sterven dan een Romein te bedienen. Laten we aannemen dat onze christen geen dubbele agenda had en gewoon de religieuze overtuigingen van een ander in hun waarde kon laten. Met andere woorden, hij had een flexibele houding ten opzichte van een ander geloof.
Vervolgens toonde ook de Romein flexibiliteit, hoewel hij een grens trok. Hierin zie ik een voorbeeld van een flexibele begrenzing. De Romein verbood zijn bediende niet in zijn huis christen te zijn; de bediende mocht er slechts niet over zijn geloof praten. Logisch, als de Romein daar geen belangstelling voor had. Een flexibele begrenzing van religieuze flexibiliteit, zou ik zeggen.
In het huis van de Romein werd de christen niet als christen erkend, maar dat stoorde hem niet. Hij bleef toch een christen en beleefde zijn geloof zonder dat de Romein daar iets van merkte. En zonder frustratie door de opgelegde begrenzing. Dat is in mijn optiek een flexibele omgang met religieuze beperkingen.
De baas zag dat zijn bediende gelukkiger was dan hijzelf. Hij moet ten minste één keer de gedachte hebben gehad dat de arme man aan zijn Christus meer had dan hij, een rijke Romein, aan zijn Zeus. Anders kan ik zijn nieuwsgierigheid naar het christelijke geloof niet verklaren. Toen hij de christen aannam, had hij een bepaald beeld van zijn religie. Later merkte hij dat dit beeld niet klopte. Hij was flexibel genoeg om zijn oorspronkelijke opvattingen over christenen los te laten, ondanks hun slechte reputatie. Een flexibele beeldvorming over een ander geloof, lijkt me.
Het verhaal stopt op dit punt, voor zover ik weet. Is daarmee ook alles over religieuze flexibiliteit gezegd? Laten we dat onderzoeken met andere personages, uit onze eigen tijd.
De chef van de afdeling statistieksystemen van de Nederlandsche Bank zocht een nieuwe medewerker informatievoorziening. Het was moeilijk goede specialisten op het gebied van informatiemanagement te vinden en er was tot dan toe geen geschikte kandidaat gevonden. Uiteindelijk meldde zich iemand die in alle opzichten ideaal was, behalve wat zijn geloof betrof: de man bleek lid te zijn van de Scientology Kerk …