Twee markante reacties

 

Deze twee recensies van Mijn evangelie vormen een goede illustratie van het spanningsveld tussen een religieus-conservatieve kijk en een meer ruime blik op de persoonlijke ervaring van het lezen van de Bijbel. De eerste recensie is van de hand van Wolter Huttinga, destijds promovendus aan de Theologische universiteit Kampen, en werd in Trouw gepubliceerd. De tweede recensie werd geschreven door Dirk van de Glind, voormalig docent levensbeschouwelijke vorming en schrijver en verscheen op de Nieuwe Wij, een online-platform dat ‘culturen, religies, levensbeschouwingen en de individuele burgers met elkaar wil verbinden’. Hieronder zet ik de verschillen op een rij.

 

·   ‘Mijn evangelie’ begint al gauw omineus door te werken

De schrijfster Alla Avilova is een uit Rusland afkomstig publiciste die sinds 1979 in Nederland woont. Ze was medeoprichter van Koorddanser, een blad over zingeving en spiritualiteit.

Het boek spoort de lezer aan om zelf aan de slag te gaan met de universele wijsheid van Jezus. Avilova richt zich vooral op de uitspraken van Jezus, dat wil zeggen zijn ‘leer’. Die destilleert ze uit de canonieke evangeliën en als het zo uitkomt uit het apocriefe Thomas-evangelie. Avilova is vooral geïnteresseerd in de ‘oorspronkelijke Jezus’ die naar voren komt in de hypothetische bron Q, waarin zijn kern-uitspraken zouden zijn opgenomen. Dat is vooral de Jezus van de Bergrede en van de vele gelijkenissen over het koninkrijk. Want o wee, zodra Jezus in de handen van een theologisch narratief of theoretisch kader valt, gaat het volgens Avilova al gauw mis. Jezus erfde volgens haar in het losgeslagen Galilea een vrijzinnig jodendom met een hoop oog voor pluraliteit en universele liefde waarmee hij naar Jeruzalem toog. Zijn ‘religie van het individu’ sloeg echter niet aan bij de Jeruzalemse elite en, afijn, u weet hoe het afliep. Avilova maakt een selectie van uitspraken van Jezus die voor haar inspirerend zijn.

Opvallend

Al op de eerste pagina’s voel je het vertrouwde frame weer aankomen: Er was ooit een inspirerende Jezus die wijsheid verkondigde en die gevolgd werd door hippie-achtige plurale communes. Zijn radicale boodschap van liefde werd echter al gauw onder het tapijt geveegd door ’theologen’ en zijn woorden werden in het vervolg als bewijsmateriaal voor starre dogmatiek gelezen. Volgens die dogmatiek zou hij de ‘Zoon van God’ zijn en voor onze zonden zijn gestorven. De bijbelse canon werd afgesloten en er was geen ruimte meer voor pluraliteit. Het frame is soms wat subtieler aanwezig, maar neemt in dit boek echt karikaturale vormen aan. In het kader van een bespreking van de zin ‘Heb uw naaste lief als uzelf’ schrijft Avilova dat binnen het christendom ‘eigenliefde een van de grootste zonden’ zou zijn. ‘Een rechtgeaarde christen moet niet van zichzelf houden maar zichzelf als een zondaar beschouwen.’ Goed, tot zover een genuanceerder omgang met het fenomeen christendom.

Reden om dit boek niet te lezen

Dit gefrustreerde leeskader zou ik nog terzijde kunnen leggen. Maar wat levert het boek nu op? De titel ‘Mijn evangelie’, begint al gauw omineus door te werken. Avilova vertelt vooral heel uitvoerig hoe zij de evangeliën las en herlas en wat ze bij haar opriepen. Als bij een slechte preek staan haar al te persoonlijke leeservaringen steeds tussen jou en de woorden van Jezus in, zodat je geërgerd uitroept: Ga eens aan de kant! Ze voert vermoeiende exercities uit over haar twijfels bij het begrip ‘koninkrijk van God’, dat ze beter tot zich kan nemen als ze het ‘Het Bovenzintuiglijke’ noemt, maar later toch wel weer oké vindt. Vervolgens raken we de auteur pagina’s lang kwijt als ze haar persoonlijke lijst van favoriete Jezus-uitspraken op een rijtje zet waar we de rest van het boek onder haar leiding op mogen kauwen. Dat deel heet ‘het christendom als universele filosofie’. Dat ziet er veelbelovend uit, maar maakt de belofte volstrekt niet waar. De auteur springt van de hak op de tak, neemt onnavolgbare zijpaden die vaak te persoonlijk of simpelweg te warrig zijn. Ik heb echt m’n best gedaan, maar ik kan geen pointe ontdekken in dit boek. Of het moet zijn dat het christendom slecht is en je er vooral je eigen wijsheid uit moet vissen. Ironisch genoeg zorgt de warrige hyperindividualiteit van dit boek juist voor een verlangen naar ten minste een glimpje consistentie, de wil om in een traditie te staan of tenminste iets dat het individuele ook maar enigszins overstijgt of tegenspreekt.

Reden om dit boek wel te lezen

En het had zo mooi kunnen zijn! Ik denk namelijk wel degelijk dat je een aardig boekje over de universele wijsheid van Jezus zou kunnen schrijven en inderdaad, dat je om daar wat aan te hebben helemaal niet gelovig of kerkelijk hoeft te zijn. En dat je fraaie verbanden zou kunnen leggen met de wijsheid in andere religies en levensbeschouwingen, zoals Avilova op haar betere momenten ook doet. De woorden van Jezus kunnen immers in ieder leven en iedere context weer opnieuw frisse betekenis krijgen. Het boek zag er wat dat betreft zo veelbelovend uit, ook met dat lieflijke, uitnodigende kaftje erom. Jammer.

Wolter Huttinga – TROUW

 

  • Recensie van ‘Mijn Evangelie – Zelf ontdekken wat Jezus jou te zeggen heeft’

Alla Avilova komt uit Rusland, woont sinds 1979 in Nederland en stond mede aan de wieg van ‘Koorddanser’, het blad voor bewustwording en spiritualiteit dat nu alleen nog online te lezen is. Bij het schrijven van ‘Mijn Evangelie – Zelf ontdekken wat Jezus jou te zeggen heeft’ wilde ze zich niet laten leiden door theologische vooronderstellingen. Dat doet denken aan Inez van Oord – ook een oprichtster van een blad voor hedendaagse spiritualiteit –  die ín ‘Rebible’ verslag doet van haar Bijbellezing los van kerk en dogmatiek

De tijd lijkt rijp voor een vrijere, meer persoonlijke en zelfs seculiere benadering van het Oude Boek. Daarbij rijst de vraag in hoeverre iemand die niet thuis is in een traditie recht kan doen aan de stemmen die er uit opklinken. Anderzijds kan juist enige afstand tot nieuwe en wellicht verrassende inzichten leiden en daarin stelt dit boek niet teleur.

De cover wijst al op een niet-traditionele benadering. Geen devote Christusfiguur maar een kleurrijk symmetrisch patroon van vogels en bloemen dat eerder een bloemlezing van Kahlil Gibran doet vermoeden dan een verkenning van de boodschap van Jezus. Het zal haar door orthodoxe christenen niet in dank worden afgenomen dat ze geen aandacht besteedt aan Jezus als Christus en Verlosser maar zich richt op de levensfilosofie die hij predikte. Het christendom benadert ze als universele levensfilosofie.

Avilova is op haar best wanneer ze verslag doet van haar persoonlijke zoektocht naar de betekenis van Jezus en zijn boodschap: ‘Ik besloot voor mezelf duidelijk te krijgen waar en op welke wijze mijn innerlijke wereld raakvlakken heeft met de inhoud van het Evangelie.’  Ze kwam voor het eerst in aanraking met de Bijbel als studente aan de letterenfaculteit van de Staatsuniversiteit van Moskou, in de tijd dat slechts weinigen er over konden beschikken. Teleurgesteld zette ze hem al snel weer op zijn plaats omdat het archaïsch taalgebruik haar niet raakte.

Toen ze dertig jaar later bezig was met een zoektocht naar haar roots en tot het inzicht gekomen was dat de Russische cultuur ondenkbaar is zonder het christendom, nam ze de Bijbel opnieuw ter hand. Uitdrukkingen als ‘het koninkrijk van de hemel’, waar ze eerder over gestruikeld was, verving ze aanvankelijk door woorden die ze wel verstond en zo begon de tekst steeds meer tot haar hart te spreken.

Voor een beter verstaan heeft ze zich verdiept in de tijd en omstandigheden waarin Jezus leefde en het christendom geboren werd. Het blijkt allemaal minder eenduidig geweest te zijn dan in kerken graag wordt voorgesteld en bovendien zijn er tal van stemmen verloren gegaan van wie er in onze tijd dan toch weer enkele klinken, zoals het evangelie van Thomas dat ze als een zuivere bron verwelkomt.

Ook maakt Avilova gebruik van verschillende vertalingen en kiest voor woorden die ‘resoneren in haar bewustzijn’. Waar de Nieuwe Bijbelvertaling Jezus laat zeggen: ‘het Koninkrijk van God ligt binnen uw bereik’ geeft zij de voorkeur aan de Herziene Statenvertaling: ‘het Koninkrijk van God is binnen in u’. Deze keuze is exemplarisch voor haar verstaan van Jezus’ woorden.

Boeiend is hoe ze bij haar lezing van het Evangelie komt tot de essentie.

  1. Een eerste, ruwe selectie van teksten die haar aanspreken.
  2. Een nadere selectie van teksten die dieper binnenkomen.
  3. De essentiële selectie van die paar teksten die ze als het wezen van het Evangelie ervaart.

De opgenomen selectie van teksten uit de vier Bijbelse evangeliën en dat van Thomas geven een inspirerend beeld van haar werkwijze.

Als kern van Jezus’ woorden wijst Avilova het Grote Gebod van de liefde aan. Dat mag weinig verrassend lijken maar zoals in het hele boek laat ze ook deze woorden doordringen tot in de haarvaten van haar bewustzijn en existentie: wat valt er te zeggen over liefde wanneer je getraumatiseerd bent door het geweld van een psychisch gestoorde man? Het overkwam een vriendin van haar en Avilova worstelt liever met deze vraag dan dat ze vervalt tot een goedkoop antwoord.

Een minpunt is dat Avilova het antagonistische spreken van Johannes over Jezus ‘en de Joden’, dat voor zoveel ellende gezorgd heeft, zonder commentaar overneemt. Zo vertelt ze dat het offeren in het jodendom tot de belangrijkste godsdienstige handelingen behoorde, maar dat voor Jezus iets anders op de eerste plaats kwam: ‘Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: ‘Barmhartigheid wil ik, geen offers’’.  Ze vermeldt echter niet dat deze visie op het offer reeds lang vóór Jezus en binnen het jodendom geformuleerd was.

Wanneer deze omissie in een volgende druk wordt rechtgezet, zal ik dit warme en oprecht geschreven boek nog meer dan ik nu al doe, van harte aanbevelen. Aan seculieren die menen dat de Bijbel hen toch niets te zeggen heeft. Aan gelovigen die menen toch al te weten wat het Oude Boek hen zegt. Aan iedereen die oprecht werk maakt van de grote vragen van het leven.

Dirk van de Glind – NieuwWij